Skip to main content

Liefde op het eerste gezicht. Of niet?

Een collega deelde onlangs het verhaal van een vriendin. Haar moeder belandde in de crisisopvang. Een huisvrouw, altijd keurig en betrokken, nu toonbeeld van verwarring én zorgbehoevend. Ze moest acuut naar een verpleeghuis en kwam in een kamer die niet de hare was. Een tussenstation met smoezelige gordijnen aan een loshangende roede en een stoel met vlekken die verhalen vertelt van eerdere passanten.

Dementie op jonge leeftijd. Het wrange lot van deze dame werd twee jaar geleden getekend. Beginnend met kleine voorvallen, wegglijdend naar het moment dat ze niet meer alleen over straat kon gaan en zich langzaam aan het sociale leven onttrok. Inmiddels zijn waanbeelden verworden tot haar realiteit. Wie ze ooit was weet alleen haar omgeving nog.

Ik zie de nette vrouw met haar verwarde gedrag voor me en vraag mij af wat er van haar ‘zijn’ is overgebleven. Wie ben je als je jezelf niet meer bent? En hoe kun je de juiste zorg verlenen als de persoon tegenover je niet is wie ze ooit was? Welke keuzes maak je dan?

De coronatijd door de ogen van onze Raad van Toezicht

Normaliter schrijft een Raad van Toezicht geen blog. Veelal is dat aan de organisatie of diens bestuurder zelf en betaamt de Raad van Toezicht terughoudendheid. Van een normaal tijdperk is momenteel echter geen sprake. Wij hebben te maken met het coronatijdperk dat ons allen raakt en de wisseling van directeur-bestuurder voor Perspekt, waarin wij een werkgeversrol hebben.

Wij leven nu ruim een half jaar na de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Waar tot dat moment onze klanten in zorg en welzijn druk bezig waren om kwaliteit ten behoeve van de ‘kwetsbare’ burger verder te verbeteren (en Perspekt op diverse fronten met PREZO en PREZO Care daarin ondersteuning gaf), ging vanaf maart jl. de deur letterlijk even op slot.

Overleven

Onze relaties kwamen in een ongekende overlevingssituatie terecht. Ongeruste cliënten en naasten hadden grote zorgen en ervaarden soms doodsangst. Organisaties en hun medewerkers trokken letterlijk en figuurlijk alles uit de kast om de crisis het hoofd te bieden. Ternauwernood bleef men overleven, soms op het laagste, fysieke level (conform Maslow). Rustig ademhalen was er voor cliënten en zorgmedewerkers niet bij. Hun lichamelijke veiligheid en goede gezondheid waren massaal in het geding. Sociale behoeften en erkenning - zowel individueel als collectief - kwamen sindsdien zwaar onder druk te staan. Wij zeggen u niets nieuws, er is al het nodige over gezegd en geschreven.

“Kwaliteitsindicatoren in relatie tot de cultuur maken kwaliteit in een organisatie zichtbaar”

Christel Deckers ontmoet.. Cees Meijers, voorzitter Raad van Toezicht Reinaerde

Ik ben Christel Deckers, directeur-bestuurder van Perspekt a.i. en benieuwd naar de visie op kwaliteit in de zorg vanuit verschillende perspectieven. Daarom ben ik in gesprek gegaan met Cees Meijers, die zijn sporen onder meer verdiende als bestuurder van het Meander ziekenhuis. Sinds 3,5 jaar is hij voorzitter van de Raad van Toezicht van Reinaerde, een gehandicaptenzorginstelling in Utrecht en omstreken. Wat is voor hem kwaliteit in de zorg? En welke rol pakt hij als toezichthouder?

Contact

Om zijn visie toe te lichten, vertelt Meijers allereerst over zijn keuze om in de caresector toezichthouder te worden. “Na 35 jaar in de technische ziekenhuiswereld, wilde ik graag iets betekenen voor een organisatie waarbij nabijheid, persoonlijk contact en contact binnen de organisatie meer op de voorgrond staan. Denk bij dit laatste aan contact met de Raad van Bestuur, de Raad van Toezicht-collega’s, het managementteam en last but not least de cliënten. Hoe gaan begeleiders met hun cliënten om? Wat is belangrijk voor een ouder die een goede woon-, werk- en leefomgeving zoekt voor zijn of haar kind? Ik wil horen, ruiken, zien en proeven. Nu we in de coronacrisis zitten en nabijheid en persoonlijk contact (even) niet mogelijk zijn, ervaar ik helaas direct meer afstand tot de organisatie. Het relationele aspect van het toezichthouden komt voor mij daardoor onvoldoende tot zijn recht.”

Kwaliteit in tijden van coronacrisis

Mijn laatste weken bij Perspekt worden gevuld met Zoomen en vergaderen via Teams. Het COVID-19 virus beheerst ons leven. Voor de zorgverleners in de verpleeghuizen komt dat heel dichtbij. Fundamentele waarden komen bovendrijven. Waar gaat het in de zorgverlening om? Veiligheid van de ouderen, veiligheid van de medewerkers. Maar ook kwaliteit van leven, afscheid mogen nemen, bezoek mogen ontvangen. Essentiele vragen in tijden van crisis.

Dilemma’s

Confronterend zijn de dilemma’s waar we nu met elkaar voor staan. Hoe gaan we met die dillema’s om? Is er tijd om te reflecteren op de keuzes die we maken? Wat van de ultieme kwaliteit die we nastreven valt als eerste af wanneer we in een crisissituatie snel moeten handelen? Wat zegt dat over ons denken over kwaliteit en kwaliteitssystemen?

Van het kastje naar de muur

Sinds enkele jaren ben ik pleegouder. Terwijl ik mij inzet om kinderen met oog op hun toekomst een stabiele basis te bieden, verwondert het mij dat de bij het gezin betrokken organisaties er niet in slagen de ondersteuning met elkaar af te stemmen.

Nadat onze eerste pleegzorgplaatsing na zes jaar afgebroken werd, hebben mijn man en ik contact gezocht met de gemeente en de twee betrokken jeugdzorgorganisaties. Wat bleek: ze hadden bij de beoordeling van de aanvragen niet bij elkaar geïnformeerd naar wat de ander bijdraagt. En ze waren ook allemaal niet verantwoordelijk voor het brede resultaat: de toekomst van de kinderen. Wij liepen van het spreekwoordelijke kastje naar de muur. Ergens hebben wij met pijn in het hart de kinderen los moeten laten. Hebben we niet voor ze kunnen zorgen zoals we beloofd hadden.

Anders verantwoorden vraagt om loslaten van de schijn van controle

Wat een prachtig advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) om tot goede zorg te komen. Vertrouwen. Anders verantwoorden. Het roept een zekere opwinding bij mij op. Is de tijd rijp voor anders verantwoorden? Ik zeg volmondig ja. Maar er zijn wel drie paradigmashifts nodig.

Al sinds de verschijning van het rapport: ‘Anders verantwoorden in de zorg’ (ActiZ, 2015) werk ik aan een nieuwe manier van verantwoorden die, naar nu blijkt, naadloos past bij het advies van de RVS. Leren en reflecteren op basis van dialoog, waarden en gezamenlijke besluitvorming. Vertrouwen in de professionaliteit en eigen verantwoordelijkheid.

Anders verantwoorden van kwaliteit: een paradigmashift?

Denken over kwaliteit is al heel oud. Het werd al gedaan door Socrates die zich bezighield met vragen over deugdzaamheid, goedheid en rechtvaardigheid. Toch ontdekken we steeds nieuwe nuances in onze opvattingen over kwaliteit.

Al jaren wordt er een maatschappelijke discussie gevoerd over kwaliteit in de zorg en de wijze waarop daar verantwoording over af te leggen. Die discussie maakt duidelijk dat er geen eenduidig kwaliteitsbegrip bestaat. Kwaliteit is een subjectief, meervoudig en gelaagd begrip waar vanuit verschillende perspectieven anders naar wordt gekeken. Zijn we al klaar voor een paradigmashift in de verantwoording van kwaliteit?

Rode bakstenen en accreditatie in de zorg

Onlangs werd PREZO Verpleging, Verzorging en Thuiszorg opnieuw geaccrediteerd door de Raad van Accreditatie (RvA). Maar wat zegt accreditatie eigenlijk over de constante kwaliteit van ons product? Want we leveren nu eenmaal geen rode bakstenen.

Wat is accreditatie eigenlijk?

Ieder land binnen de Europese Unie heeft een nationale accreditatie-instantie. In Nederland is dat de RvA. Volgens de RvA betekent accrediteren letterlijk: vertrouwen geven. Op hun website zegt de RvA daar het volgende over:

‘we willen er blindelings op kunnen vertrouwen dat de kwaliteit van producten en diensten in orde is. Dat bloeduitslagen correct zijn, dat vlees niet te veel bacteriën bevat, dat roltrappen veilig zijn, dat elektrotechnici deskundig handelen…’.

Het werk van de RvA is erop gericht dit vertrouwen te ondersteunen. Dat doet ze via deskundig, onpartijdig en onafhankelijk toezicht op bijvoorbeeld certificerende instanties in de zorg, zoals Perspekt waarvan ik directeur/bestuurder ben.

PREZO als kunstje. Dat kan toch niet waar zijn!

Vorige maand las ik op de website van Waardigheid en Trots dat Humanitas zichzelf opnieuw heeft uitgevonden. De Rotterdamse zorginstelling die negatief in het nieuws kwam en onder verscherpt toezicht stond, heeft zich verdiept in kwaliteitsmanagement. Ze is er in geslaagd haar eigen systeem tot iets van iedereen in de organisatie te maken. En dat is precies wat een kwaliteitssysteem moet doen. Kwaliteit is van iedereen en van iedere dag.

In het verleden lukte het Humanitas niet om PREZO van iedereen in haar organisatie te maken. Dat is bijzonder jammer. Het is pijnlijk om te lezen dat de oorzaak daarvan bij PREZO als kwaliteitssysteem wordt gelegd. Heeft Humanitas zich niet de vraag gesteld of ze PREZO wel gebruikt op de manier waarop het bedoeld is? Misschien was een hand in eigen boezem hier wel op zijn plaats. Bij onze training Werken met PREZO hebben wij juist oog voor de wijze waarop PREZO toegepast kan worden. De training is een duwtje in de goede richting. Uiteraard bemoeien wij ons als certificerende instelling niet met het daadwerkelijk gebruik van PREZO.

Was het maar zo simpel

Bestaat een simpele oplossing voor de problemen in de ouderenzorg? Hugo Borst en Carin Gaemers beweren van wel. Mijn antwoord op deze vraag luidt nee.

Borst en Gaemers pleiten voor een simpele oplossing: neem alle helpers en verzorgenden die we de afgelopen jaren ontslagen hebben weer terug in de ouderenzorg. En zoek het bij de zij-instromers, mensen die nu in de bijstand zitten. Er is personeel nodig en dat hoeft niet allemaal hoogopgeleid te zijn. Uiteindelijk gaat het om aandacht, nagels lakken en sfeer scheppen op de afdelingen. Zo simpel is het, stellen zij.

Eerherstel van de fout

Onze kinderen groeien op met de meest uiteenlopende complimenten voor gedrochten van tekeningen, het binnenstebuiten de kleren kunnen aantrekken en andere geweldige prestaties. Onze kinderen krijgen er vertrouwen van. Zij durven te leren en ze groeien van deze positieve feedback. Waarom dan in de zorg de mensen die hun uiterste best doen elke dag waarde toe te voegen aan het leven van anderen beschimpen omdat de harde realiteit van elke dag ons niet aanstaat?

Over perspectieven en waarheden

Heeft u wel eens een discussie met uw puberdochter over uitgaan en tijdstippen van thuiskomen? 02.00 uur is toch een mooie tijd voor een meisje van 15 denkt u als ouders. Daar denkt menig meisje van 15, vanuit haar perspectief heel anders over. 02.00 uur… dat is zo ouderwets, al mijn vriendinnen mogen tot 04.00 uit!

Misschien ziet u in de foto hierboven het jonge meisje, misschien de oude vrouw. Wanneer u het jonge meisje ziet en uw gesprekspartner ziet de oude vrouw, wie van u heeft dan gelijk? Of heeft u allebei gelijk en is het de kunst de ander mee te nemen naar uw perspectief?

Een verschillende kijk op hetzelfde is onvermijdelijk. Vanuit die wetenschap neem ik u in dit blog graag mee naar verschillende perspectieven op kwaliteit van zorg.

Kwaliteit is leuk! Toch?

In de gehandicapten- en verpleeghuiszorg is hard gewerkt aan nieuwe kwaliteitskaders. Meer of minder expliciet liggen er waarden ten grondslag aan de beide kaders. Waarden als compassie, uniciteit, autonomie, veiligheid, ontwikkelen en samen, lees ik in beide kaders terug. Wij herkennen ze uit ons onderzoek naar sector overstijgende waarden in de zorg. Ze zijn herkenbaar voor iedereen en universeel voor mensen. Mooie uitgangspunten! Toch maakt mijn hart geen sprongetje bij het lezen van de kwaliteitskaders.

Waar perspectieven elkaar tegenkomen

Als pleegouder loop ik soms tegen essentiële vragen aan die veel raakvlakken hebben met de kwaliteitsvraagstukken in de (langdurige) zorg. Wat is de kwaliteit van leven van onze pleegkinderen? Hoe wordt door andere betrokkenen aangekeken tegen datzelfde kwaliteit van leven? En tegen welke norm zetten we dat af? Deze ervaring bepaalde mijn referentiekader bij het lezen van het concept Kwaliteitskader Verpleegzorg.

Onze perspectieven

Wij, biologische en pleegouders, willen er voor zorgen dat de kinderen uitgerust worden met al dat ze nodig hebben om in de toekomst een goed leven te kunnen leiden. Op wat ze daadwerkelijk nodig hebben, is geen eenduidig antwoord te geven. Binnen de pleegzorg brengen biologische ouders hun eigen normen, waarden, wensen en verwachtingen voor hun kinderen met zich mee. Wij als pleegouders hebben onze eigen persoonlijke ervaringen en opvattingen die van invloed zijn op hoe wij naar diezelfde vraag kijken.

Pleegzorginstanties zijn verantwoordelijk voor veel kinderen. Ze hebben te maken met veel gezinnen met verschillende normen en waarden. Er is beleid, een kadernotitie met steekhoudende uitgangspunten. Een derde perspectief. 

Onze worsteling met de werkelijkheid

U kent het vast. Ben je bezig met een uitdagende klus en in een onbewaakt ogenblik vraag je jezelf af: kan ik dit wel? Zit ik op de goede weg? Of erger nog: zullen mijn ideeën ooit werkelijkheid worden?

Ik werk met Perspekt aan een model dat het verhaal over kwaliteit in de zorg vertelt. Het toetst de kwaliteit van zorg door te kijken of deze is afgestemd op de wensen van de cliënt zonder voorbij te gaan aan persoonlijke of professionele waarden en voorschriften.